Reisverslag april/mei 2012
Tijdens de zwaarste regenval in 50 jaar in Sosúa moest ik de hoofdstraat oversteken, die in een kolkende, brede rivier was veranderd. Aan de arm van een lange jonge knul en tot mijn middel in het rood/bruine modderige water met stukken hout, bereikte ik de overkant en realiseerde me dat mij dit zonder zijn hulp niet gelukt zou zijn. Het winkeltje van Judith en Roberto, waar wij onze bespreking hadden, was helemaal ondergelopen. Doorweekt kwam ik weer in het hotel Casa Marina aan, waar ik steeds weer zo hartelijk en vorstelijk word ontvangen en inmiddels deel van de “familie” ben geworden.
De volgende dagen waren scholen gesloten om de getroffenen op te vangen. Veel slachtoffers en weggespoelde huizen. Iedereen was aan het redderen en vele matrassen stonden tegen muren op straat te drogen.
Ook de vergadering van de Sosua Kids Ass., waarvoor ik was uitgenodigd, vond plaats onder luid geroffel van bakken regen. We bleven stug doorvergaderen. Een paar dagen later zag ik, thuis bij bestuursleden John en Jenni, honderden rugzakken, potloden, pennen en ander materiaal opgeslagen om ongeveer 460 kinderen in augustus van schoolspullen te voorzien. Organisatorisch erg lastig om toch ook die kinderen te bereiken, die erg verspreid en afgelegen wonen en straks niet naar de uitgiftepunten kunnen komen. Onze stichting gaf dit jaar weer geld voor ongeveer 120 kinderen. Bij mijn bezoeken aan de scholen van “escuela Gregório Lupéron, la Cienaga en Los Castillos is het leuk te zien dat de kinderen steeds een stukje groter zijn worden. Voor de meeste van hen ben ik inmiddels ook een vertrouwd gezicht geworden.
Op het strand lopen kinderen (meestal Haïtiaanse) met grote manden te zeulen, die bananen of snoep en koek proberen te verkopen. Zo moeten ze van “thuis” helpen om aan geld te komen en het leed is niet te overzien als ze zonder geld terugkomen. Ik sprak met deze kinderen en hoorde dat ze gelukkig wel regelmatig naar school gaan en gaf wat potloden en pennen. Toen ze even, bijna geheel aangekleed, gingen zwemmen, stalden ze hun manden met spullen en een klein beetje geld dicht bij mijn stoel op het strand en vroegen mij erop te letten. In de mannen die altijd op het strand bivakkeren en daar parasols verhuren, hadden ze blijkbaar veel minder vertrouwen dan in mij, een “wildvreemde”. In de ogen en uit de houding van deze nog jonge kinderen zie je de hardheid van hun leven.
Natuurlijk bezocht ik een aantal keer de Colegio Asher en zag ook de handwerklessen. Ik leverde weer schoolspullen af, ruim 20 kilo lappen en vele schitterende t-shirts die ik opnieuw van Fox Productions uit Weesp had meegekregen. Alle vertrouwde gezichten waren er. Ook Fano, die vorig jaar dat zware ongeluk kreeg, zag ik weer terug. Wat zou er van hem terechtkomen als Judith en Roberto hem niet zo goed zouden opvangen? Met stok kan hij een heel klein beetje lopen, maar het is nu nog niet duidelijk in hoeverre dit nog kan verbeteren. Zijn toekomst ligt aan duigen, maar hij heeft op deze school een dak boven het hoofd, eten, aandacht en liefde.
In het hotel Casa Marina ontmoette ik Marco, geboren in Gautemala en al jong naar New York geëmigreerd, waar hij leraar werd. Nu met pensioen en op reis, kwamen we in gesprek over de Colegio Asher. Hij bood aan wat te filmen en te fotograferen en ondanks de vele regen konden we toch de Colegio bezoeken en zijn er ook opnamen gemaakt van het nieuwe terrein dat aangekocht is en waarop de nieuwe school gebouwd moet worden. Nu op zoek naar geld voor de bouw!
Tot slot ziet er het naar uit dat we de 350 kilo lappen tbv de handwerklessen naar Sosúa getransporteerd gaan krijgen. Niets staat op dit moment (medio mei) nog geheel vast, maar na een verzoek van Rotary Nederland aan Rotary Sosúa heb ik daar met een Rotaria telefonisch contact gehad en zij beloofde ons te gaan helpen. Belangrijkste factor is nu Wereld Missie Hulp, een Belgische hulporganisatie, die ons hoogstwaarschijnlijk met het daadwerkelijk transport Weesp- Sosúa gaat helpen. Dat zou echt geweldig zijn.
Al met al, is mijn verblijf in Sosúa weer heel nuttig gebleken. Vanuit Nederland kan je beslist niet alle zaken regelen. Persoonlijke contacten openen deuren en vaak zijn de contacten hartverwarmend. Rest ons nu weer hier op zoek te gaan naar geld, hetgeen steeds moeilijker wordt tijdens de economische crisis in Europa. Hebben de meeste van ons het echter niet veel beter dan de vele volwassenen en kinderen in de Dominicaanse Republiek die werkelijk in bittere armoede leven en dagelijks honger lijden?